Kunstenaars in zicht!
Een gesprek met multidisciplinair kunstenaar Steven Tevels en artistiek medewerker bij Kunst in Zicht, Luk Lenoir
Energie is overal, zo onderstreepte Groentopia, een zomertentoonstelling enkele jaren geleden in de Verbeke Foundation. Er lagen aardappelen op een witte sokkel. Als je erop drukte, kon je een melodie spelen. Vlakbij waren tientallen aardappelen geordend in een raster: ze stuurden een piano aan. Het was geluidskunst van Steven Tevels.
Op een zonnige namiddag ontmoet Inge Van Reeth, Steven Tevels en Luk Lenoir in de Lebbeekse tuin van Steven. Het wordt een fijn gesprek over aardappelen, kunst, muziek en wetenschap, en het ontstaan van de workshop Wattpatat van Kunst In Zicht die Steven en Luk samen ontwikkelden.
Hoe is de samenwerking tussen jullie ontstaan?
Steven: Luk had mijn werk, de installatie met de patatjes, gezien bij de Verbeke Foundation in 2018.
Luk: Ik voelde me sterk aangesproken door dat werk. Het werk van Steven zit op de grens van hedendaagse kunst en wetenschap, op het punt waar die twee elkaar ontmoeten. De monumentaliteit van de installatie sprak me aan, in combinatie met het heel ‘down-to-earth’ aspect ervan. Ik zag het helemaal werken met kinderen!
Steven: Ik ben altijd heel gefascineerd geweest door de Klankentapper, een album van Suske & Wiske. In die strip bouwt professor Barabas een machine, waarmee hij met planten en zo kan praten. Vandaaruit ben ik zelf beginnen experimenteren en is mijn werk heel organisch gegroeid. Eerst met een microscoop en een potje water waarin naalden draaiden die de vervuiling in het water zichtbaar maakte. Dat werk heb ik kunnen tonen in de Science Gallery in Bengaluru (India). De meren zijn daar zijn zo vervuild dat die, in combinatie met de hoge temperaturen daar, spontaan beginnen te ontbranden. Stalen water van de meren werden vertaald in geluid. Mijn doel is vooral om iets organisch om te zetten naar geluid. Bij mij gaat het altijd over geluid, beweging, of licht.
Later ben ik aan de slag gegaan met aardappelen, waar ik elektriciteit mee opwekte door het gebruik van koper en zink.
En toen kwam de vraag van KiZ, om vanuit mijn werk aan de slag te gaan met kinderen. Ik was zo benieuwd naar wat dat zou geven!


© Kelly Donckers
Jullie hebben de workshop Wattpatat samen ontworpen. Wat willen jullie de kinderen vooral meegeven of laten ervaren?
Steven: Wat ik vooral wil delen met de kinderen is de verwondering.
Het is dat experiment dat voor mij de kern is van de workshop: kinderen gaan echt onderzoeken. We leggen hen uit dat we elektriciteit gaan maken met iets organisch, zoals de aardappel, waarmee we licht kunnen laten branden. En dan gaan we verder en laten we gen een klein circuitje maken. Ze kunnen dat licht ook omzetten: via een motor naar beweging of naar geluid. We schakelen dan een gitaar in of we werken met combinaties van lampen waar ze installaties mee maken. Wat het wordt, hangt af van hun eigen fantasie.
Hebben de workshops ook effect op je eigen praktijk?
Steven: De workshops geven mij vooral veel voldoening. Als de kinderen echt ‘mee zijn’, kan ik daar echt van genieten. Zo was er in één van de workshops een meisje dat heel graag alleen wilde werken. Ze was nog maar tien of twaalf jaar oud. Maar je kon nu al zien dat ze iemand zou worden die interessante dingen gaat doen. Zaadjes planten, daar gaat het me vooral om.
Luk: Hoe de kinderen de workshop ervaren, is ook heel afhankelijk van de context. Na de versie die we ontwikkelden voor het aanbod van Educathor op de T2-campus in Genk (i.s.m. C-Mine), gaan we de workshop nu doorontwikkelen naar een reisversie in de Warande.
Steven: Daar gaat Wattpatat door in een exporuimte waar er werk van mij te zien zal zijn. Benieuwd wat dat gaat geven.
Ik ben ervan overtuigd dat het voor de kinderen ook heel interessant kan zijn om hun beeld van ‘wat is kunst?’ wat te kunnen oprekken. Weg van dat beeld van de kunstenaar die ergens in zijn atelier heel ernstig moet zitten nadenken over welk schilderij ik heb gemaakt. Ah nee, het kan ook dit zijn: installaties met organisch materiaal, licht en geluid.
Luk: Voor mij is Steven daarin echt de ideale partner. Als je iets met techniek wil doen in een workshop, dan kom je snel in iets zuiver wetenschappelijk terecht. Maar ik vind het belangrijk dat de workshop net heel kunstzinnig en experimenteel is. Ook al ben je met circuits aan het werken, ook al ben je met elektriciteit aan de slag, het mag het geen labo biologie of fysica worden. Steven is heel hands-on en denkt ook heel erg na over de presentatie. Daarin zit ook echt de uitdaging in deze workshop. We starten met het maken van dat circuit, maar van daaruit gaan we naar de vertaling met lampen of geluid. En dan ontstaan er heel verschillende installaties. We werken ook heel analoog, echt ‘oldschool DIY’. 1 plus 1 moet geen 2 zijn, maar kan een heel ander resultaat geven. En er zijn weinig kunstenaars die ik ken die dat wetenschappelijke op zo'n heel laagdrempelige en bevattelijke manier in hun werk brengen. Dat vond ik ook zo leuk toen we op de T2 campus zaten: wij zaten daar heerlijk analoog te prutsen, terwijl de andere studenten daar robotten maken en aan het coderen zijn. Terwijl onze kinderen in de workshop heel actief aan de slag waren, niet iets heel uitvoerend achter de laptop aan het doen waren volgens een heel strikt kader.
Steven: ook het stukje presentatie, aan het eind van de workshop is heel belangrijk. Wat gebeurt er als je je installatie op een witte sokkel zet, of in glazen aquariums? Daar speel ik ook mee in mijn werk: heel cleane, witte presentaties.
Luk: Het is echt wel belangrijk dat de deelnemers het werk van Steven ook leren kennen.
Steven: Het zou ook wel fijn zijn, mochten we sommige dingen kunnen laten staan en daar bijvoorbeeld in een volgende workshop verder aan werken.
Luk: Misschien kunnen we daar iets mee doen in Turnhout, in combinatie met de expo van jouw werk.
Plannen genoeg dus, om Wattpatat verder uit te bouwen!
14 april 2025, Lebbeke (interview door Inge Van Reeth)